In de boedel van Landsbanki ,
de failliete moederbank van Icesave, blijkt nu al bijna genoeg geld te
zitten om de preferente schuldeisers uit te betalen. Dat betekent dat de
kans groot is dat Nederland en Groot-Brittannië het geld dat ze aan IJsland
voorschoten om gedupeerde Icesavespaarders deels te compenseren,
terugkrijgen.
Boedel Landsbanki
Uit nieuwe cijfers
van de bank blijkt dat aan 98 procent van de claims van preferente
schuldeisers kan worden voldaan. De reden is dat de bezittingen die nog de
failliette bank zitten, zoals leningen aan bedrijven, consumenten en
vastgoed in Engeland, in waarde zijn toegenomen.
Wat ook helpt is dat koers
van de IJslandse kroon redelijk stabiel blijft en sinds begin dit jaar
zelfs licht is gestegen ten opzichte van de euro vanwege de eurocrisis.
Terugbetaling
Zowel Engeland als Nederland staan vooraan in de rij van schuldeisers. Beide
landen schoten geld voor toen in 2008 bleek dat het IJslandse
depositogarantiestelsel niet in staat was spaarders van omgevallen
internetbank Icesave de eerste 20 duizend euro terug te betalen. Engeland
heeft nog ongeveer 2,1 miljard pond tegoed van IJsland, Nederland nog 1,3
miljard euro.
De drie landen bakkeleien al tijden over de terugbetaling van het geld. De
IJslandse bevolking stemde al twee keer in een referendum tegen een wet die
de terugbetaling van het geld door de IJslandse staat mogelijk zou moeten
maken.
Engeland en Nederland redeneren, gesteund door een uitspraak van de Europese
Vrijhandelsorganisatie (EFTA), dat IJsland volgens gesloten verdragen
verplicht is ervoor te zorgen dat spaarders de eerste 20 duizend euro van
hun spaargeld vergoed krijgen.
Nu IJsland dat weigert, moeten de rechters van de EFTA zich in principe over
de zaak uitspreken. Al is het de vraag of dat straks nodig is, als de landen
direct door de curatoren van Landsbanki worden betaald.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl